Geopotentiaal op 850 hPa in gpdm (zwart) en Temperatuuradvectie op 850 hPa in K/6h (gekleurd)
De kaart "T-Adv 850" laat de advectie van koude of warme lucht zien op 850 hPa (ongeveer 1,5 km hoogte). Negatieve waardes geven koude-advectie aan, positieve waardes warmte-advectie. Een gevolg van koude- of warmte-advectie is het dalen of stijgen van de geopotentiaal. Dit dalen of stijgen van de geopotentiaal leidt weer tot een stijgen respectievelijk dalen van de verticale luchtbeweging. Beschouwing van de zg. omega-vergelijking levert ons dat een maximum van kou-advectie leidt tot een dalende luchtbeweging en een maximum van de warmte-advectie leidt tot een stijgende luchtbeweging. Omdat er ook nog andere mechanismen actief zijn (zie bijv. V-adv. 500) hoeft de uiteindelijke luchtbeweging niet overeen te komen met het voorafgaande.
In de huidige weerkamerpraktijk worden de kaarten van de vorticiteitsadvectie er ook voor gebruikt koude- en warmtefronten te lokaliseren. Achter (meestal ten westen van) koufronten vindt meestal kou-advectie plaats en achter een warmtefront meestal warmte-advectie.